Vorig jaar op 11 november overleed onze tweede dochter in mijn buik bij 24 weken zwangerschap. Een week later, op 18 november, namen we afscheid. De week van Eefje. Nu, een jaar later, schrijf ik het van me af. Het is te veel voor één blog. Het zijn er vijf geworden. Dit is deel #4: “Zo veel emoties, zo veel te regelen”
Vrijdag 15 t/m zondag 17 november 2019
Vrijdagochtend worden we thuis wakker. Gisteravond laat mochten we vertrekken uit het ziekenhuis. Mijn vader bracht ons thuis. Eefje heeft de hele nacht in haar waterbakje in de koelkast gestaan. Tussen de potten saus en zakken aardappeltjes. Ik vind het stiekem wel grappig geloof ik. Met opstaan mag Romy haar zusje bekijken. Ik vind het spannend. Zou ze het eng vinden? Het is en blijft een prematuur en doodgeboren kindje. Maar Romy is vol vertedering. “Oh, lieve baby!”, zegt ze. Ik ben opgelucht. Romy wil graag in de bak met water, maar die laten we voor nu even dicht. Is ook goed, ze wil wel weer filmpjes op de iPad kijken. Heerlijk relativerend hoe een peuterbrein werkt.
Om 10.00 uur staat de uitvaartondernemer op de stoep. Gelukkig weten Edgar en ik goed wat we willen en zitten we qua wensen op één lijn. Eefje gaat gecremeerd worden en het liefst houden we het afscheid zo klein mogelijk. Het afscheid kan geheel thuis, dus daar kiezen we voor. Verder zorgen we zelf voor een mandje en een dekentje om haar in te leggen. En eigenlijk willen we ook zo snel mogelijk afscheid nemen. Ik ben bang dat ik het anders steeds moeilijker ga vinden en het moet toch. Daarnaast, nu is ze nog zo mooi en ze zal alleen maar minder mooi worden. Ik wil haar herinneren zoals ze nu is. Het wordt uiteindelijk maandagmiddag 18 november om 15.00 uur. Mooie tijd vind ik dat. Dan zit er precies een week tussen horen dat het hartje niet meer klopt en het afscheid. Na anderhalf uur vertrekt de uitvaartondernemer weer. Hij komt morgen terug voor de laatste afspraken.
Amper een half uur later staat de fotograaf van Stichting Make a Memory voor de deur. Zij komt foto’s maken van ons met Eefje. Een ontzettend lieve vrouw met oog voor detail. In amper drie kwartier maakt ze de meest prachtige foto’s. Na haar vertrek gaan we even op bed liggen, maar lang duurt het niet. Er wordt aangebeld. Bloemen van mijn werk. Super lief, maar liggen lukt nu niet meer. Want onze ouders staan straks voor de deur. Als ik het zo opschrijf, klinkt het druk en hectisch. Maar op dat moment vond ik het heel fijn. Ik ben trots op Eefje en wil haar graag laten zien. Ik vond het fijn dat mensen de moeite namen om te komen kijken. Ook mijn oom, tante, opa en oma komen vlak voor het eten nog even voor een bliksembezoek.
Zaterdag is relatief rustig. Voor mij dan. Edgar moet ’s middags naar de stad om spullen te kopen. Een mandje, dekentjes, een kaart en nog wat spulletjes voor het afscheid. Zaterdagavond, als Romy slaapt, zitten we dan eindelijk rustig met z’n tweeën op de bank. We pakken Eefje in haar waterbakje en zetten haar voor ons neer op tafel. We kijken, nemen haar in ons op, praten, huilen en lachen met elkaar. Het voelt fijn om deze tijd te nemen. Ze is maar zo kort hier. Ik wil elke vezel van haar in me opnemen om te herinneren later.
Zondag komt het besef dat dit al de laatste dag is met Eefje thuis. Als ik haar water ververs ’s ochtends komt Romy kijken. “Oh, lieve baby!”, zegt ze weer. Daarna loopt ze weg om even later met haar badspeelgoed aan te komen. Ze is teleurgesteld als ik haar vertel dat Eefje daar helaas niet mee kan spelen. Samen kijken we nog even naar haar zusje. Romy, mijn lieve meisje is nu grote zus. Grote zus zonder klein zusjes straks.
Verder is het zondag ook weer een zoete inval van mensen. Mijn ouders, broer en zijn vriendin komen langs en ’s middags Edgars ouders, broer en vrouw. Aan het eind van de middag doen Edgar en ik samen boodschappen. Voor mij voor het eerst weer even buiten. Heerlijk en spannend tegelijkertijd. Ik hoop dat ik geen bekende tegen kom. En dat gebeurt ook niet gelukkig.
Zondagavond is moeilijk. Dit zijn echt de laatste momenten met Eefje thuis. Romy voelt de spanning in huis en kan er niet van slapen. Als ze even voor middernacht eindelijk slaapt, nemen Edgar en ik weer even de tijd om naar Eefje te kijken. Nog een keer in alle rust op de bank zitten. Nog een keer in goed kijken, foto’s maken, huilen en lachen. Ik zie op tegen morgen. Aan de andere kant vind ik het ook fijn dat we morgen weer een stapje verder zijn. Het is goed zo.