“Suicide” zei de agent. Oh nee, dat kan niet. Echt niet. Hij zit lekker in z’n vel. Doet het goed. Heeft zijn leven op de rit. Dit kan niet. Hij blijkt van grote hoogte te zijn gevallen. Dan is hij aan het klimmen geweest zeiden wij allebei. Dat is zijn hobby. Dat deed hij wel 2 a 3 x per week. Maar door corona ging dat niet. Dat moet het geweest zijn. En zijn moeder. Zijn moeder moet het weten. De agenten vertelden ons dat zij daar al geweest waren en ook zij dezelfde reactie had. We moeten er heen zeg ik. Ja ja we gaan. Moeten we u brengen vragen de agenten nog. Ze vertellen dat zijn moeder weet dat we morgen bij de recherche verwacht worden en zij de nummers heeft. Ze gaan. Wij stappen apatisch in de auto en rijden er heen. Gelukkig dichtbij. We kijken elkaar vol ongeloof bij de deur aan en geven elkaar allemaal een dikke knuffel. Zeker bij zijn moeder is het nieuws nog niet geland. We praten, huilen, vragen aan haar wat morgen de bedoeling is en hebben vragen. Heel veel vragen. We gaan weer naar huis. Het is al laat. Ik bel mijn moeder met het nieuws en of ze de volgende dag op onze zoon wil passen. Hij is nog maar 12 en wil hem nu niet alleen laten. De rest bel ik morgen wel. Hebben onze familie en vrienden iig nog een goede nachtrust. Ook wij gaan naar bed. Voor de vorm, want ik zie niet in hoe we nu nog kunnen slapen…..