Dan is t weer een midden in de nacht. Ineens mis ik je, het overvalt me dat er alweer bijna 11 maanden voorbij zijn. Je bent bijna een jaar wel en niet bij ons.
We mochten je maar een week zien, voelen, ruiken en meemaken. Ineens overvalt het besef mij. Net, toen ik vandaag dacht dat t best redelijk ging. Ik werd teruggeworpen in gedachten naar onze kennismaking- en afscheidsweek. Ik zag een foto van je bolletje met je prachtige haartjes. Je kleine lijfje (je lag enkel in je luier), je prachtige en kleine schoudertjes en ineens bedacht ik me dat het gewoon alweer zo’n tijd geleden is dat ik die gevoeld heb. En dat het nooit terug zal komen. Ik zal je niet meer dansend door de woonkamer heen mee nemen, of je haartjes borstelen en je eerste speltjes er in doen.
Meestal ben ik ‘ok’ met de wetenschap dat je er niet meer bent. Maar dat neemt niet weg dat ik je enorm mis.
Nooit mis ik je (liefde) niet, las ik laatst in een gedichtje. Zo waar. Zo treffend. Ook wanneer je heel even naar de achtergrond gaat door afleiding, weet ik dat ik je altijd zal missen. Ik draag je met mij mee en ik zoek je in het leven.
Je geeft me inzichten en vaak momenten tot nadenken. We wandelen veel samen door de natuur, dat is fijn, dan voel je dichtbij.
Maar toch, in de donkerte van de nacht, zwiept het gemis en lege gevoel om de hoek. Terwijl ik zoveel liefde voor je voel en die probeer met je te delen. Ik hoop dat je dat weet en voelt. Dat de scherpe randjes er ooit een keer vanaf gaan, maar dat het nu nog soms ineens weer zo present is.