Vorig jaar op 11 november overleed onze tweede dochter in mijn buik bij 24 weken zwangerschap. Een week later, op 18 november, namen we afscheid. De week van Eefje. Nu, een jaar later, schrijf ik het van me af. Het is te veel voor één blog. Het zijn er vijf geworden. Dit is deel #5: “Het afscheid”
Maandag 18 november 2019
Vorig jaar vond ik dit het moeilijkste van alles en ook nu vind ik dit gedeelte het moeilijkste om op te schrijven, het afscheid. Edgar brengt Romy ’s ochtends naar de opvang en gaat daarna door naar het gemeentehuis van Hoorn. Hij gaat Eefje aangeven bij de gemeente. Mijn moeder komt bij mij langs. Samen maken we het huis schoon. En ondertussen kletsen we een beetje de gekke week van ons af. Ik zie op tegen de middag. Aan de ene kant wil ik graag dat het voorbij is, aan de andere kant wil ik nog geen afscheid nemen.
Maar de klok tikt door. Edgar komt thuis. Romy wordt opgehaald en rond 14.00 uur komen mijn schoonouders binnen. Niet veel later volgen ook mijn vader en de uitvaartondernemer. We zetten koffie en thee. Edgar vertelt dapper hoe hij de week heeft beleefd. Romy scharrelt tussen iedereen door naar haar speelgoedkist.
En dan zijn alle woorden gesproken. Het mandje staat klaar. Eefje in haar waterbakje ernaast. Voor de laatste keer til ik haar uit haar bakje met water. Ik leg haar in het mandje, op een knalroze kussentje. Met een wit wollen dekentje dek ik haar toe. En een piepklein wit mutsje krijgt ze op haar hoofd. Iedereen mag iets in het mandje leggen. Mijn schoonmoeder heeft een prachtig wit hartje met haar naam geborduurd. Mijn moeder legt een klein kinderboekje naast Eefje. Ze had zo graag ook aan dit kleinkind willen voorlezen. Mijn vader, een echte drummer, legt een drumstokje bij Eefje. “Zodat ze zelf kan leren drummen daarboven.” Ook Edgar en ik leggen wat bij Eefje. Een kaart waar we onze laatste wens voor Eefje in hebben geschreven en een bakje met drie plukjes haar; een van Edgar, een van mij en een van Romy. Donkerblond, blond en rood. Welke kleur zou Eefje hebben gehad?
Tenslotte mag Romy. Ze krijgt twee kleine knuffeltjes. Eén is voor haar en één mag ze bij Eefje leggen. Aandoenlijk begint ze met alle twee te spelen in het mandje bij Eefje. Na een beetje aanmoediging laat ze er toch eentje liggen en houdt ze een knuffeltje bij zich. En dan is het klaar. Het lakentje gaat over het mandje en iedereen legt een bloem op het mandje. De opa’s en oma’s blijven thuis met Romy en Edgar en ik gaan samen met de uitvaartondernemer naar het crematorium.
De hele middag ging goed. Ja het was enorm verdrietig, maar opnieuw overheerste ook het trotse gevoel. Dit is mijn kind! Voor de allerlaatste keer; zie haar, bewonder haar! Maar nu we voor het crematorium staan, vind ik het moeilijk. Edgar draagt haar. Ik wil niet dat hij haar weggeeft. Dat zijn ze waarschijnlijk gewend en we mogen nog even apart in een kamertje plaatsnemen. Edgar, Eefje en ik. Nog heel even met z’n drie. Nog een laatste blik en dan geven we haar af.
Eenmaal thuis eten we door mijn schoonmoeder zelfgemaakte appeltaart en even later halen we Chinees. Het voelt fijn om nog even met onze ouders en Romy in deze bubbel te zitten. Hoewel Edgar en ik allebei introverte mensen zijn en meestal genoeg hebben aan onszelf en elkaar, wilden we juist vandaag niet in een leeg huis thuiskomen. En ondanks het verdriet worden er ook grapjes gemaakt en wordt er gelachen. Afscheid met een lach en een traan.